De Deense schrijfster Karen Blixen moest in 1914 nog helemaal naar Kenia reizen om giraffen, neushoorns en zebra’s te zien. En schreef daar overigens een wereldberoemd geworden boek over. Maar tegenwoordig kun je gewoon op safari in Denemarken zelf in het prachtige Knuthenborg Safaripark, het grootste safaripark in Noord-Europa.
Tekst en foto’s Nico van Dijk
Knuthenborg ligt op het eiland Lolland, het zuidelijkste eiland van Denemarken en heeft vooral een agrarisch karakter. Maar de grote toeristische trekpleister van Lolland is zonder meer het Knuthenborg safaripark. Het is echt een bestemming om er een hele dag voor uit te trekken. Het park bestaat namelijk niet alleen uit een groot safaripark, maar heeft ook een grote speeltuin. Maar ook het dorpje Knuthenborg zelf is een plaatje met geel gestucte middeleeuwse vakwerkhuizen en boerderijen.
Het Knuthenborg safaripark is gevestigd op wat ooit het grootste particuliere landgoed van Denemarken was. In 1867 huurde de toenmalige graaf Eggert Christoffer, de achtste graaf van Knuth, de landschapsarchitect Edward Milner in om zijn landgoed te transformeren tot een landschapspark met zeldzame planten, exotische bomen en rododendrons. Het park werd toen al een toeristische attractie voor de locals.
Wilde dieren lopen vrij rond
Honderd jaar en vier graven later kwam de twaalfde graaf Adam W. Knuth met het initiatief om wilde dieren vrij door het park te laten lopen. Hij begon met zebra’s, antilopen en witte neushoorns. Nu, anno 2016 lopen er zo’n duizend dieren vrij rond en is het park uitgegroeid tot het grootste safaripark van Noord-Europa.
Je rijdt met je eigen auto door het safaripark, maar als je het VIP-arrangement boekt, kun je met een parkranger mee in diens terreinwagen. Je mag dan ook nog dichter bij de dieren komen. Het hele park is verdeeld in zones. Die komen overeen met de continenten waar de dieren van nature voorkomen. In verreweg het grootste deel van die zones mag je stoppen en uitstappen waar je wilt. Dieren aaien mag ook, al blijft dat vooral beperkt tot de ezels en de Nubische geiten. In de rode zones van het park, en die zijn echt niet te missen, luidt het devies: in de auto blijven en ramen en deuren gesloten houden. Overal staan auto’s met parkrangers geparkeerd, die eventueel de mensen tegen de dieren en de dieren tegen de mensen kunnen beschermen.
Afrikaanse savanne
In rode zone van het Afrika-continent lopen in een enorme savanne zebra’s, giraffen, antilopes en twee witte neushoorns (met allebei twee hoorns er nog op) vrij rond. Ze hebben werkelijk alle ruimte. De dieren grazen, eten blaadjes van de bomen, doen hun ding en lijken zich totaal niets aan te trekken van die rare wezens in die langzaam voortrollende blikken hokjes. Misschien is dat maar goed ook, want een chagrijnige, drie ton zware neushoorn kan een flinke deuk in je auto maken en meestal valt schade in een safaripark niet onder de autoverzekering.
Ook de Bactrische kamelenkudde en de bisons in het Amerikaanse deel van het safaripark even verderop in het deel waar we weer uit mogen stappen, keuren het publiek amper een blik waardig. De bavianen daarentegen komen als mieren op de suikerpot af zodra er een kar met toeristen hun kooi binnen rijdt. De kar, voortgetrokken door een tractor, is voorzien van plexiglas zodat mens en dier elkaar goed kunnen bekijken. En ook verschillende lemuren houden de bezoekers van hun hok goed in de gaten, maar zij houden gepaste afstand.
Met je auto het tijgerbos in
Zonder meer het hoogtepunt van de safari is een bezoek aan het Azië-deel waar je mag rondrijden in het tijgerverblijf. De spanning in de auto neemt licht toe als we samen met nog vier voertuigen de grote autosluis van het tijgerhok binnenrijden. Het enorme stalen hek gaat piepend achter ons dicht alvorens een parkwachter, die veilig in haar hokje zit, het hek aan de voorkant opent. Grote borden en stroomdraden langs de hekken laten er geen misverstand over bestaan: hier zitten geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Uitstappen is levensgevaarlijk. Blijf in je auto, hou de ramen dicht en toeter als je in de problemen komt. En ja, we hebben gecheckt dat er nog meer dan genoeg benzine in de tank zit. Misschien komt het door de dino-film die we net de dag ervoor in het Klint-geocenter op het eiland Møn gezien hebben, maar onwillekeurig moeten we even denken aan een scène uit de Jurassic-Park-films.
Leeuw op het stuur
Langzaam rijden we het tijgerbos in, er op beducht dat er elk moment een enorme kat op de motorkap kan springen. In eerste instantie zien we niets dat op een tijger lijkt, behalve dan de in tijgerprint gestreepte auto van het safaripark. Die staat opvallend onopvallend in het bos en rijdt af en toe een stukje heen en weer. Het enige andere katachtige roofdier is de leeuw op het stuur van onze Franse ‘automobile’. Er zijn maar een paar auto’s tegelijk in het bos dus het is zeker geen file-rijden.
Stapvoets rijden we over het pad, als we plotseling, vlak voor de uitgang ineens een grote Siberische tijger in het gras zien liggen. Wow, dit is zo gaaf! En van achter een struik komt nog een tweede exemplaar tevoorschijn. Op slechts een tiental meters van onze auto loopt hij op zijn soortgenoot af. In totaal tellen we vier tijgers.
Na verloop van tijd rijden we de autosluis weer in om aan de andere kant van het dek door een veilige dikke ruit naar de tijgers te kijken. Ook dat is spectaculair, zeker als een van de majestueuze dieren onder een ‘Wow’-gezucht van het handjevol toeschouwers met een reuzensprong op een hoog afgezaagde boom springt en zich daar prinsheerlijk voor de lenzen van de fotografen installeert. Elders in het vrij toegankelijke Azië-deel scharrelen kamelen, herten, yaks en waterbuffels rond.
Daarna rijden we, eveneens via een goed bewaakte autosluis, in het Amerika-continent het verblijf van de Arctische wolven binnen. We boffen, want ze hebben net puppies. Door hun witte vacht zijn de dieren goed zichtbaar voor het publiek. En ook de bisonkudde, die in een deel rondloopt waar je mag uitstappen, heeft een jong in haar midden.
Spannende speeltuin met steile watersplash
Voor kinderen voor wie dit allemaal wat spannend is, bestaat sinds een paar jaar het Limpopo-land. Dit is echt een geweldige speeltuin waar je wel een paar uur kunt doorbrengen. Na de entree, achter de winkel waar ze enorme speelgoedbeesten verkopen, ligt de speeltuin met vlotten, origineel vormgegeven glijbanen, een klimfort, een tokkelbaan, springkussens en waterattracties voor groot en klein, waaronder de naar eigen zeggen steilste watersplash-attractie van Denemarken.
Tenslotte rijden we nog voorbij aan het kasteeltje van de graaf. Helaas wordt het uitzicht op zee van de graaf grondig verpest door een tientallen meters hoge betonkolos die een agro-fabriek blijkt te zijn. Kennelijk heeft ook een graaf tegenwoordig onvoldoende macht om dergelijke horizonvervuiling tegen te houden.
Knuthenborg safaripark is niet het enige safaripark in Denemarken. In Jutland heb je safaripark Givskudzoo met onder meer gorilla’s een een dinopark. Djursland biedt het Reepark (met leeuwen en cheetah’s) en het Skandinaviskdyrepark waar onder meer ijsberen te zien zijn. Kijk voor meer dierenparken op VisitDenmark. Een vakantie naar Denemarken boek je onder meer bij TUI, De Jong Intra en Vacanceselect.